Lieve Zarafa,
We waren buren. Ik woonde in een woongroep van samengestelde
gezinnen in de straat vlak achter jou. Op weg naar school liepen we
via de tuin om je te groeten en na school kwamen we bij je spelen of
picknicken. Ook jij woonde in een woongroep met familie en
soortgenoten. We keken op tegen je cool en panoramische zicht op
de dingen om je heen. Toen ik verhuisde naar een andere buurt in de
stad verloren we elkaar uit het oog. Vijftien jaar later kruisten onze
wegen in Zuid-Afrika op een open vlakte waar ik leerde auto rijden.
Door je lange wimpers keek je even en ging ongestoord door met
bomen browsen.
Dat je van ver kwam wist ik maar niet hoe je in de tuin achter ons
huis terechtgekomen was. Dat je als handelsgeschenk per boot naar
europa was verscheept. En met je vaste verzorger over land naar de
grote stad was komen lopen om in de tuin van de koning te wonen.
Wat giraffanalia is en giraffe diplomatie. Dat er in de tuin van de
koning steeds meer dieren kwamen wonen en hoe jullie een collectie
werden en een levende tentoonstelling. Dat er exotische paleizen
voor jou en de andere hoefdieren werden gebouwd met eigen
kamertjes. Dat in bijna alle grote steden op de wereld familie van je
woont maar de savanne steeds kleiner en stiller wordt.
Nu we beiden wat ouder zijn en wonen in een stad waar we ooit zijn
beland denk ik na over onze toekomst. We zijn snel verstedelijkt en
de weg terug naar de savanne wordt elke dag onbereikbaarder. Of
wil je het wagen? Met een groepje soortgenoten pionieren en
opnieuw beginnen ergens buiten de stad. Je nek waarmee je rivalen
verslaat, de stevige trappen aan hongerige leeuwen en een
voortplanting sneller dan je huid verkoopt, hebben je goed
beschermd. Maar de mens die je in de stad liefdevol verzorgt kan
daarbuiten je grootste natuurlijke vijand zijn. Het is een
duivelsdilemma lieve Zarafa en ik heb je nodig voor een vergezicht
op de toekomst. Doordat we je paleis zo hebben verbouwd dat er
geen onaangekondigde gasten meer in je woonkamer staan vroeg ik
me af of we elkaar bij de aanstaande volle maan onder de stekelige
acacia kunnen ontmoeten.
Tot dan en daar!
Ira