Dag virus,

Mijn groet klinkt wat afstandelijk. Ik ben ook wel een beetje bang van je.

Je bent het kleinste wezen ter wereld, maar je impact is mondiaal.
Dat geldt voor je natuurlijke vorm, zoals het coronavirus, maar ook voor je familie, het computervirus.

Je hebt de hele wereld weten op te sluiten. Ik ken geen dier dat dat eerder is gelukt. Je familie heeft grote instituten plat gekregen, en ook vele mensen thuis.

We zijn echt bang voor je, massamoordenaar. Maar dat is ons verhaal. Jij doet gewoon je ding.

Eigenlijk weten we niet eens of je wel een levend wezen bent. Daar zijn ze het niet over eens.

Je bent gelukkig niet alleen een massamoordenaar voor ons. Je kunt ook goede dingen doen. Ons leven zou zelfs niet zonder je kunnen zijn ontstaan. Je familie van de bacteriofagen eten bacteriën. Als dat schadelijke bacteriën zijn mogen we je dankbaar zijn.

Je artificiële familie is in ieder geval niet levend. Ik heb nog nooit van nuttige computervirussen gehoord. Hoewel sommigen je zien als bondgenoot om vijanden te verslaan.

Je moet wel heel slim zijn om een effectief computervirus te ontwerpen. Echt design. Ze kunnen ook al natuurlijke virussen maken. Wat een macht kun je met jullie uitoefenen, natuurlijk of niet.

Hoe een natuurlijk virus er uit ziet, weten we allemaal sinds de coronacrisis. Maar hoe ziet je familie er uit?

Ik vind dat de zoo of the future je een plek moet geven. Je gaat immers over leven en dood. Ook je artificiële familie hoort er thuis. Je komt er al wel massaal voor in alle andere dieren en alle machines, maar zo kunnen we je niet zien. Ik zou je echt willen zien. Maar liever niet aanraken.

Jos

Beeld: computervirus Brain, het eerste computervirus